De Stichting Monumentenfonds Curaçao (MFC) verleent, namens de overheid, een bijdrage in de restauratiekosten van beschermde monumenten. Deze bijdrage wordt gegeven in de vorm van een subsidie en een lening.
Het MFC verstrekt deze financiering volgens de regels van het Meerjarenprogramma Bijdrageregeling Monumentenzorg. Deze regels worden periodiek door de overheid aangepast en vastgesteld.
Deze leningcombinatie kan in bepaalde gevallen gunstiger uitvallen voor de monumenteigenaar dan wanneer er subsidie wordt verstrekt. Het MFC bepaalt van geval tot geval wanneer dergelijke laagrentende leningen zonder subsidie worden toegekend. Dit is onder meer afhankelijk van de beschikbare fondsen.
Een monumenteigenaar kan een financiering aanvragen bij de Stichting Monumentenfonds Curaçao (MFC) middels het Aanvraagformulier Restauratiefinanciering.
Bij de indiening dient ook het inschrijfbedrag van Nafl. 318.00 (incl.6 % omzetbelasting) te worden voldaan. De aanvraag moet gebeuren vóórdat het project in uitvoering gaat. Het MFC financiert namelijk géén restauratiewerkzaamheden die reeds zijn uitgevoerd. In principe kan pas gestart worden met de werkzaamheden nadat er een financieringsovereenkomst is ondertekend met het MFC.
Alvorens de subsidie- en lening aanvraag door het Monumentenfonds (MFC) kan worden afgehandeld, dient de aanvrager een reeks van documenten in te dienen bij het MFC. Deze documenten zijn van zowel technische als van financiële aard. Deze informatie behoeft niet direct bij het begin van de aanvraag tegelijk te worden ingediend, maar kan in de loop van het voorbereidingsproces worden toegestuurd. Een overzicht van de in te dienen documenten is te verkrijgen bij het MFC.
In verschillende fases van voorbereiding kan de Stichting Monumentenfonds Curaçao (MFC) subsidie- en lening berekeningen opstellen. Zo kan de monumenteigenaar die wil gaan restaureren, voordat er daadwerkelijk voorbereidende werkzaamheden zijn verricht, een indicatie krijgen van de te verwachten subsidie- en lening bedragen. In de beginfase van de voorbereiding kan al een globale raming van de financiering worden opgesteld aan de hand van het aantal vierkante meters vloeroppervlak en een globale inschatting van de technische staat van het gebouw. Hoe specifieker de informatie wordt van de restauratiekosten, hoe zuiverder de financieringsberekening kan worden opgesteld, met daaraan gekoppeld de te verwachten maandelijkse rente- en aflossingslasten. Uiteindelijk wordt de definitieve MFC financiering berekend aan de hand van de definitieve aannemersbegroting.
Om de restauratiefinanciering te kunnen vaststellen dient er, naast een technisch plan, ook een gedetailleerde aannemersbegroting te worden ingediend. Nadat men het Aanvraagformulier voor de restauratiefinanciering heeft ingediend bij het MFC en het inschrijfgeld is betaald, ontvangt de aanvrager, dan wel zijn architect en/of aannemer, desgewenst een begrotingsformat in Excel aan de hand waarvan de gedetailleerde begroting kan worden opgesteld.
Van eventuele onderaannemers dienen de offertes meegeleverd te worden. Behalve de aannemersbegroting dienen ook andere kosten te worden gespecificeerd, zoals architectenhonorarium (voorbereiding- en uitvoeringsfase), werktekeningen, kosten van technisch vooronderzoek, etc. Ook een planning van de voorgenomen uitvoeringstijd dient te worden opgesteld.
Het doel van subsidie is een bijdrage te leveren aan de instandhouding van de monumentale waarde van het beschermde monument. Subsidiabele kosten zijn die kosten die gemaakt moeten worden om het oorspronkelijke monument te restaureren. Met andere woorden de kosten voor onderhoud en herstel welke noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de monumentale waarden van het pand. Deze monumentale waarden staan in principe vermeld in de monumentenbeschrijving die opgesteld is bij de aanwijzing van het pand tot beschermd monument.
De totale subsidiabele kosten, zowel direct als indirect, wordt de subsidiegrondslag genoemd. Het subsidiebedrag is een percentage van de subsidiegrondslag. Door de begroting te splitsen in subsidiabele en niet-subsidiabele bouwkosten berekent het MFC de totale subsidiabele kosten. Indirecte restauratiekosten, zoals architectenkosten, overheadkosten van de aannemer, constructieverzekeringskosten, etc., zijn deels ook subsidiabel.
Daarnaast zijn er de niet-subsidiabele kosten. Dat zijn meestal die kosten die te maken hebben met de hedendaagse eisen zoals elektra, airconditioning, sanitair en tegelwerk. Ook kosten voor het herstel van latere aanbouwen die niet in de beschrijving zijn opgenomen zijn niet-subsidiabel. Over deze kosten wordt dus geen subsidie verstrekt.
De hoogte van het subsidiepercentage is afhankelijk van de toekomstige functie van het gebouw. Deze percentages staan vermeld in het Meerjarenprogramma Bijdrageregeling Monumentenzorg.
Krijgt het monument een woonfunctie dan bedraagt de hoogte van de subsidie 60 % van de subsidiegrondslag. De andere 40 % van de subsidiegrondslag dient “verplicht” bij het Monumentenfonds (MFC) te worden geleend.
Krijgt het monument geen woonfunctie dan wordt de hoogte van de subsidie 40 % van de subsidiegrondslag. De andere 60 % van de subsidiegrondslag dient “verplicht” bij het MFC te worden geleend.
De door de overheid vastgestelde subsidieregeling, het Meerjarenprogramma Bijdrageregeling Monumentenzorg, geeft een maximum voor de ter beschikking te stellen subsidie. Dit wordt gedaan middels het berekenen van een maximale subsidiegrondslag door het MFC. Hoe de maximale subsidiegrondslag wordt berekend is uitvoerig beschreven in het Meerjarenprogramma Bijdrageregeling Monumentenzorg.
De Stichting Monumentenfonds Curaçao (MFC) brengt voor haar werkzaamheden kosten in rekening. Deze werkzaamheden bestaan, naast het geven van algemene adviezen op technisch en financieel gebied met betrekking tot monumenten en restauraties, onder meer uit:
De voornoemde kosten worden gedekt middels het in rekening brengen van een percentage over de totaal verstrekte subsidie- en leningbedragen. Deze percentages zijn:
Aangezien de start van de aflossing van de lening begint nadat het project is opgeleverd, wordt er bouwrente (6 %) in rekening gebracht gedurende de maanden dat het bouwkundig restauratieproces duurt. Bovenstaande Monumentenfondskosten kunnen als lening worden meegenomen in de totale financieringskosten.
Behalve de subsidiabele kosten in de vorm van een subsidie en “verplichte lening” zijn ook de niet-subsidiabele kosten via het Monumentenfonds te financieren in de vorm van een zogenaamde aanvullende lening. De leningen (“verplicht” en aanvullend) worden verstrekt in de vorm van een restauratiehypotheek waarbij het monument als onderpand dient te worden ingebracht.
Bij lage restauratiekosten bestaat de mogelijkheid dat er geen hypotheek gevestigd wordt op het gebouw, maar dat de financiering verstrekt wordt in de vorm van een persoonlijke lening. Er dienen dan evenwel voldoende garanties te worden verstrekt; bijvoorbeeld in de vorm van een bankgarantie. Het rentepercentage van de restauratiefinanciering is momenteel 6,5 % met een minimale looptijd van in principe 5 jaar en een maximale looptijd van 15 jaar voor panden met een commerciële functie en maximaal 20 jaar voor panden met een woonfunctie.
Uiteraard zal altijd de kredietwaardigheid van de aanvrager een rol spelen bij de beoordeling van de financieringsaanvraag. De aflossing van de financiering dient een maand na oplevering van het restauratieproject aan te vangen. Gedurende de restauratiewerkzaamheden hoeft er dus nog niet gestart te worden met de aflossing.